Aan het begin van de oorlog waren alle panzers geschilderd in een twee-tonig schema van Dunklegrau en Dunklebraun. Dunklegrau was de basis laag. Onregelmatig gevormde vlekken van Dunklebraun werden op 1/3 van de oppervlakte gespoten. Vanaf juni 1940 werd gestopt met het aanbrengen van vlekken van Dunklebraun en enkel Dunklegrau te gebruiken voor de gehele oppervlakte.

In februari 1943 werd de basiskleur te veranderd van Dunklegrau in Dunklegelb. Eenheden in het veld werden voorzien geconcentreerde pasta met Rotbraun en Olivgrün om camouflage patronen te creëren die geschikt waren voor de lokale condities. Deze werd voortgezet nadat de panzers na augustus 1943 bedekt waren met anti-magnetische Zimmerit.

In augustus 1944 werd besloten om de camouflage patronen af fabriek aan te brengen op een grondverflaag van Dunklegelb in Olivgrün en Rotbraun , aangebracht in vlekken. Na deze beslissingrde ontstond het camouflage patroon "ambush" .

Na september 1944 werd de Zimmerit niet meer aangebracht en werden de tanks uitgevoerd met een laag grondverf Rot met voor ongeveer de helft van de oppervlakte voorzien met vlekken van Rotbraun, Olivgrün of Dunklegelb.

Van november 1944 tot juni 1945- kregen de tanks een laag grondverf van Dunklegrün, er werd een camouflage patroon met scherpe contouren af fabriek aangebracht met met Rotbraun of Dunklegelb.

In de winter werd ter plaatse de witte verf over de normale camouflage heen geschilderd

Dunklegrau = donker grijs RAL 7021 (val 71.056)
Dunklebraun = donker bruin RAL 8020 (val 71.117)
Dunklegelb = donkergeel RAL 7028 (val 71.025)
Dunklegrün = donker groen RAL 6007 (val 71.019)
Rotbraun = rood bruin RAL 8017 (val 71.041)
Olivgrün = olijf groen RAL 6003 (val71.092)

Laatste update 2024-10-15